Oordeel en verdrukking
Er is een gigantische strijd ontbrand in de geestelijke wereld, wat in de eindtijd zijn hoogtepunt zal bereiken. Uit de put van de afgrond worden steeds meer occulte demonen opgeroepen en steeds meer boze geesten overspoelen de aarde (Op.9:2). Er is een enorme haat van Satan tegen het waarachtige volk van God. Het volk dat breekt met alle ongerechtigheid en uit het Babelse wegtrekt. Het volk dat staat op het Bijbelse fundament en zich uitstrekt naar de geestelijke volwassenheid in Christus; aan het beeld van de Zoon van God, Jezus Christus, gelijkvormig. Door alle eeuwen heen zijn velen gedood om het Woord van God en het getuigenis dat zij hadden. Ook nu horen we van vervolgingen, martelingen en het doden van christenen. Het getal van de martelaren wordt vol gemaakt; gelovigen die hun leven niet lief hebben tot in de dood (Op.6:11; 12:11).
christenvervolging 2024
De laatste dagen zijn ook de tijd van oordeel en verdrukking voor het volk van God. De opnieuw geboren christenen zullen alle (geestelijke) zeilen bij moeten zetten in deze tijd om niet meegezogen te worden met een steeds Goddelozer wordend wereldstelsel. Door de genade en de kracht van Gods Geest zal het echter mogelijk zijn staande te blijven, terwijl de grote wereldkerken alles doen om zich steeds meer aan te passen aan de antichristelijke trends, om nog maar mensen binnen hun muren te houden. Theologen van naam loochenen de meest fundamentele waarheden over God, Jezus Christus en het christelijk geloof. “God heeft geen Zoon…’, wordt door veel kerkmensen net zo hard geroepen als door islam en (God graag met een kleine ‘g’).
Geen Zoon, dan dus ook geen verzoening! Trouwens waarvoor verzoening? ‘Wij zijn toch als mens helemaal goed?’, hoort men dan. De betrouwbaarheid van de Bijbel wordt steeds openlijker in twijfel getrokken. Dit beukt allemaal tegen de gemeente van Jezus Christus aan, waar juist gezocht wordt naar een verdergaande openbaring van Gods Geest en een diepere reiniging en heiliging door het Woord van de waarheid, Jezus Christus.
De valse eenheid
De grote ho*r, die we in Openbaring 17:1-5 beschreven zien, gebruikt vroom klinkende woorden en argumenten om te komen tot een soort eenheid van alle mogelijke godsdiensten en religies. In haar beker kan alles gemengd worden, want die is vol van de gruwelen en de onreinheden van haar ho*rerij en dat is zeker niet de eenheid waar de Heer Jezus om bidt in het Hogepriesterlijke gebed (Joh.17:20-23). Juist ook in gemeenten met Geestvervulde christenen wil deze geest van vergaande tolerantie, slachtoffers maken. Er wordt dan gezegd: ‘Het zijn toch allemaal kinderen van God?’ En de gedachte over de alverzoening zegt: ‘Als God liefde is, dan zal er niemand verloren gaan.’ Wat maakt het dan allemaal nog uit? In plaats van de roeping en verkiezing vast te maken, verwerpt men dit als zou het hoogmoed en liefdeloosheid zijn ten opzichte van anderen.
Hoe schokkend is het wat Johannes ziet. Hij schrijft in vers 6:
- ‘Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en het bloed van Jezus’ getuigen. Toen ik haar zag, verbaasde ik mij met grote verbazing!’
We moeten hierbij niet enkel denken aan een lichamelijke dood. Johannes heeft gezien wat juist ook in onze tijd zijn vervulling gaat vinden. Velen laten zich misleiden en wijken van de ene ware weg af en zwichten voor de verleidingen van de grote ho*r. Zo wordt de ho*r dronken van het bloed én het leven van de heiligen.
Verleiding en misleiding
De grote ho*r is gekleed en versierd als was het allemaal goddelijke heerlijkheid. Vandaar dat de misleiding en verleiding zo intens is voor het volk van God. Het lijkt allemaal zo mooi, zo liefdevol, zo goed en echt! Eén van de trucs is om gelovigen te verblinden voor de strijd in de hemelse gewesten. De geestelijke wapenuitrusting van Efeze 6 wordt dan in de kast gezet. “Niet altijd over demonen bezig zijn…“, zegt men dan. De Heer Jezus heeft ons toch wel duidelijk laten zien dat in alle ontwrichting en noden van mensen de machten van Satan werken. Het bekende woord van Petrus in Handelingen 10:38 zegt van Jezus van Nazareth:
- ‘Hoe God Hem met Zijn Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en allen genezend, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem’.
Als de gelovige zijn eigen hof niet meer bewaakt, wordt hij een prooi van de misleidingen van Satans demonen.
Religieus vermaak
Een andere tactiek is om de aandacht van de juiste boodschap en goed Bijbels onderwijs af te buigen naar diensten die zielenstrelend moeten zijn voor de aanwezigen. Steeds moet er naar iets nieuws gezocht worden om de samenkomsten tot een soort religieus vermaak te laten zijn voor het volk. Wat wordt er tegenwoordig niet allemaal vanaf het podium geïntroduceerd wat wel een schijn van vroomheid heeft, maar veel meer tot verheerlijking is van bepaalde leiders en het volk misleidt. ‘Arme schapen, wee de herders!’ De werking van de grote ho*r achter al het Babelse vertoon wordt vaak maar slecht onderkent.
Bedrieglijke werkers
De Heer Jezus zelf en verder ook het hele Nieuwe Testament, waarschuwt voor valse christussen, apostels, profeten en leraren, die altijd de gelovigen op dwaalwegen willen leiden. In zijn boodschap over de laatste dingen in Mattheüs 24, Marcus 13 en Lucas 21 zegt de Heer dat veel valse profeten op zullen staan en dat veel uitverkorenen verleid zullen worden. Hij spreekt van grote tekens en wonderen die gedaan zullen worden om de uitverkorenen te verblinden en achter zich aan te trekken. Er zal geroepen worden:
- ‘Zie hier is het of daar is het’, maar de Heer zegt: ‘ga er niet heen en loop er niet achter aan’ (Lucas 17:23).
Wat herkenbaar is dit toch allemaal in deze tijd! Juist als de bedieningen weer hersteld worden in de gemeente, komt de duivel met zijn dienstknechten. Ze komen dan als engelen van het licht, zegt Paulus, maar het zijn bedrieglijke werkers en dienaars van de satan (2 Cor.11:13-15). De Heer Jezus spreekt van: ‘roofgierige wolven in schapenvacht’ (Matth.7:15).
Waarom laten toch zoveel gelovigen toe dat ze door leiders gemanipuleerd en misleid worden? Anderen worden beïnvloed door de bijna eindeloze informatiestroom. Boeken, internet, nieuwsbrieven, media, enz. Men kan gestrest raken als je denkt alles bij te moeten houden, maar van de meest kostbare informatiebron, de Bijbel, word je afgehouden. In het gunstigste geval leest men alleen nog wat er staat, maar wil beslist niet verstaan wat men leest.
Wij hebben al in veel artikelen duidelijk gezien hoe belangrijk de gemeente van Jezus Christus is, wil de gelovige bescherming en geestelijke vorming genieten om tot geestelijke volwassenheid te komen. Verschijnt er dan lectuur waarin iemand beweert dat deelhebben aan een plaatselijke gemeente niet belangrijk is, dan verdwijnen gelovigen zomaar onder het mom van:
- “Wij horen toch bij de wereldwijde universele gemeente…”
Zo worden veel gelovigen, zwervers. Schapen die geen beschutting, bescherming en leiding ontvangen en een prooi worden van wilde dieren. Wat is het juist nu in onze tijd nodig dat er goede, vaste geestelijke leiding is in de gemeente, met een heldere visie en boodschap op het plan van God; dat de bedieningen en de gaven van Gods Geest weer naar Gods orde gaan functioneren.
Volharden tot het einde
Zijn we dan niet met een hopeloze zaak bezig? Nee en nog eens nee! God heeft zijn Koning gesteld over Sion, zijn heilige berg, leert Psalm 2:6. De Heer en Koning van de gemeente is Jezus Christus, de Zoon van God. Hij zit aan de rechterhand van God, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. God heeft alles onder zijn voeten gesteld (Ef.1:20-22; Matth.28:18). Hij is het Hoofd van alle overheden en macht (Col.2:10). En vanuit Zijn verheven positie zal Hij alles tot volheid brengen (Ef.4:10). Hij zal zijn gemeente bouwen en tot volwassenheid leiden. Wie in Hem blijft heeft niets te vrezen.
Waar het op aan komt is de waarheid onverkort lief te blijven hebben en daarin ook te wandelen en te leven, dwars tegen alle verleiding en misleiding van de vijand in (2 Thess.2:10). En dit niet voor een poosje, maar volhardend tot het einde toe. De Heer Jezus roept ons op om daarbij waakzaam te blijven, ook als zijn komst langer duurt dan gedacht wordt (Marc.13:32-37). Hij zegt: ‘Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden’ (Matth.24:13). En als alle bewoners van de aarde het beest achterna lopen en aanbidden, behalve hen van wie de namen staan opgetekend in het Boek van het Leven van het Lam, dan zegt Openbaring 13:10c: ‘Hier blijkt de volharding en het geloof van de heiligen’. De Heer leidt Zijn volk door deze verdrukking heen naar de overwinning. De geweldige belofte van God die wij hier bij hebben is:
- ‘U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan’ (1 Cor.10:13).
Het geheimenis van God voltooid
Er is nog veel te schrijven wat de gemeente van Jezus Christus betreft en er zal ook nog veel geschreven worden, voor de grote dag aanbreekt dat de zevende bazuin zal klinken en de Heer terug zal komen. Dat zal een ongekende nieuwe tijd inluiden voor de zuchtende schepping. De gemeente – wat het geheimenis van God genoemd wordt – is dan voltooid (Op.10:7). De volmaakte, heilige en onberispelijke gemeente zal er dus komen naar Gods beloften. In Openbaring 14:1-5 wordt deze volmaakte en verheerlijkte gemeente getoond aan Johannes en als volgt beschreven:
- ‘Weer keek ik toe en zie, daar stond het lam op de berg Sion, en met Hem honderdvierenveertigduizend mensen. Die droegen zijn naam en de naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven. Ik hoorde uit de hemel een geluid als het gedruis van vele wateren en het dreunen van de donder. Het geluid dat ik hoorde, was als de klank van citerspelers die op hun citers speelden. Zij zongen een nieuw lied, staande voor de troon en voor de vier dieren en de oudsten. Niemand kon het lied leren behalve de honderdvierenveertigduizend, die van de aarde zijn vrijgekocht. Zij zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, maar maagdelijk zijn gebleven; zij volgen het lam waarheen het ook gaat. Zij zijn vrijgekocht als de eerstelingen van de mensheid, voor God en het lam. En in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk’.
